Waarom een huilende baby goed nieuws is - een historisch, biologisch kader
Slaapt je baby al door? Je laat je baby toch niet aan de borst in slaap vallen, zo leert hij nooit zelfstandig inslapen! Jouw baby huilt wel veel precies? Het is beter als je de baby even neerlegt want als je hem nu gewoon maakt om steeds gepakt te worden, geraak je daar nooit van af! Je moet je baby even laten huilen in plaats van elke keer direct te gaan kijken, anders leert hij nooit om zelfstandig in te slapen. Slapen jullie nu nog steeds samen, straks wil je baby nooit meer op de eigen slaapkamer...
Allemaal vragen of opmerkingen die voor jonge ouders heel herkenbaar zijn, tot mijn grote spijt. De vorige generaties ouders hebben meer geleefd in functie van dienstbaarheid voor onze maatschappij, er moest steeds harder gewerkt worden door zowel man als vrouw en de combinatie met het gezin werd steeds moeilijker.
De opvoedingsstijl is daarmee ook geëvolueerd. Door een samenspel van omstandigheden zijn we gekomen op een punt dat baby's of peuters pas 'flink' of 'braaf' zijn als je er geen 'last' van hebt. Hoe gemakkelijker het kind, hoe gemakkelijker ook de combinatie gezin-werk.
Ik besef uiteraard dat wat ik hier schrijf kort door de bocht is, niet voor iedereen van toepassing is en zeker niet intentioneel gebeurt. Natuurlijk hebben de ouders steeds het beste voor met hun kinderen, maar de wereld waarin we nu leven maakt responsief (kind-volgend) ouderschap gewoon erg moeilijk en bepaalde informatie rond ontwikkeling en een veilige gehechtheid geraakt ook nog maar de laatste decennia steeds meer ingeburgerd.
Bij baby's in een normale ontwikkeling, draait alles rond veiligheid. Fysieke en emotionele veiligheid. Als die veiligheid om welke reden dan ook in het gedrang komt, dan hebben ze maar 1 uitlaatklep en dat is huilen. Dat geldt trouwens ook voor peuters en kleuters. Ze zijn nog niet voldoende taalvaardig om hun emoties te verwoorden, daarnaast is ook hun impulscontrole nog niet voldoende ontwikkeld om zichzelf in de hand te houden bij overweldigende emoties. Daarom blijft huilen hun eerste communicatiemiddel.
Huilen is een uitlaatklep voor spanning en stress. In tranen vind je cortisol terug, het zogenaamde stresshormoon dat ervoor zorgt dat we kunnen vechten of vluchten bij gevaar. Dat is goed, dat hebben we nodig voor onze eigen bescherming. Maar een teveel aan cortisol houdt kinderen ook in veilige situaties alert en zorgt er onder andere voor dat kinderen moeilijk kunnen ontspannen en dus ook inslapen. Huilen is dus eigenlijk goed want het is letterlijk verwijderen van het teveel aan cortisol in het lichaam, dus huilen zorgt ervoor dat er ruimte komt voor ontspanning en hopelijk een goede nacht!
Een baby die huilt, doet dat ook omdat hij iets wil vertellen. Er is zelfs een grootschalig onderzoek gedaan naar de taal van huilen, door Priscilla Dunstan. Dat onderzoek wees uit dat er 5 verschillende soorten huilen te onderscheiden zijn op basis van universele geluiden en patronen in het huilen. Zo kunnen we onderscheid maken tussen huilen omwille van honger, darmkrampen, vermoeidheid, boertje laten of ander ongemak.
Baby's en peuters huilen dus niet omdat ze graag wakker zijn in het midden van de nacht en ervoor willen zorgen dat hun ouders ook een slechte nacht hebben... Hoe frustrerend en vermoeiend dat ook is. En eigenlijk weten we dat wel, want onze kleintjes moeten nog zoveel leren en ontwikkelen. Maar hoe komt het dan toch dat we zoveel verwachten, ook van onze allerkleinsten?
Is het de vermoeidheid van o.a. gierende hormonen in een moederlichaam en de gebroken nachten die enorm vermoeiend zijn? Dat heeft zeker een grote invloed, maar is niet alles want we zijn hier biologisch gezien voor gemaakt. Kijk maar eens naar moeders die borstvoeding geven, tijdens de voedingen komen er hormonen vrij (oxytocine en cholecystokinine) die ervoor zorgen dat zowel moeder als baby gemakkelijker ontspannen en beter slapen. Oxytocine komt ook vrij bij (intiem) lichamelijk contact, dus veel knuffelen met de baby en je partner helpt ook om beter te slapen. Jouw lijf zorgt er dus zelf mee voor dat de gebroken nachten niet zo zwaar moeten wegen.
Als je het mij vraagt, is de grootste energievreter de weerstand die ouders voelen op het idee dat hun kind zou moeten slapen of moeten eten of niet mag huilen of,... Standaarden die tegenwoordig veelal maatschappelijk bepaald zijn. Wat als we meegaan in het verhaal van ons kind en ons niets meer aantrekken van hoe het ´normaal gezien´ gaat of zou ´moeten´ gaan, of wat anderen ervan vinden? Ervaring leert me dat het probleem daarmee vaak al grotendeels opgelost is omdat we veel minder energie kwijt spelen aan het schuldgevoel of de schaamte die we voelen omdat we het anders doen en dus minder twijfelen aan onszelf.
Maar als we dat rationeel allemaal weten, waarom kunnen ouders het dan zo moeilijk loslaten? Waarom vervallen we zo vaak weer in die oude patronen? Dat antwoord is terug te vinden in onze geschiedenis.
Onze (over)grootouders zijn opgegroeid in tijden van oorlog, tijden waarin men geconfronteerd werd met doodsangst. Opgroeien in oorlog heeft bewuste en onbewuste angsten veroorzaakt die er mee voor gezorgd hebben dat het moeilijk was om zich ten volle te hechten aan hun eigen kinderen, uit angst om hen te verliezen. Met als logisch gevolg: meer afstand in de relatie tussen ouders en hun kinderen.
In de jaren daarna evolueerde de maatschappij naar grotere gezinnen, 6 of meer kinderen was vaak niet vreemd. Vader zorgde voor de centen, moeder zorgde voor het huishouden en de kinderen. Als moeder was de zorg voor alle kinderen vaak een meer dan fulltime job, waardoor er vaak gewoon geen tijd was om elk huilend kind direct te gaan troosten en knuffelen. En vader kon alle helpende handen gebruiken op het veld, dus autonomie werd een heel belangrijke waarde in opvoeding. Daarom werden kinderen al van kleins af geconditioneerd, ze leerden dat huilen weinig zin had want mama kon toch niet altijd komen troosten, ze moesten zo snel mogelijk op hun eigen benen leren staan.
Niet op je moeder kunnen vertrouwen als je een signaal geeft dat er iets mis is (huilen dus) zorgt vooral voor onbewuste pijnen en angsten omdat er geen herinnering is aan deze gebeurtenis. Dus deze onbewuste kwetsuren zijn alom aanwezig bij deze generatie kinderen.
En nog later volgde een evolutie naar 2 werkende ouders in huis. De angstsfeer van de oorlog was er misschien niet meer maar de nood aan autonomie bij de kinderen bleef.
Door deze evoluties in het verleden is een op angst gebaseerde overtuiging ontstaan dat je als kind niet veilig bent, dat er niet gereageerd wordt op het noodsignaal dat je geeft als je huilt. Met als gevolg wantrouwen, verlatingsangst, bang in het donker en voor sommigen letterlijk doodsangst... Van sommige van deze angsten zijn we ons bewust, maar de meeste angsten zijn onbewust blijven hangen in ons systeem. En vooral de onbewuste angsten kunnen werken als saboteurs die worden getriggerd op het moment dat jouw kind huilt of een driftbui heeft en dat kan ervoor zorgen dat we niet vanuit rust kunnen reageren op onze huilende baby. Het maakt het enorm moeilijk om dit noodsignaal juist te vertalen en de baby de zorg te geven die het op dat moment vraagt. En zo zitten we in een vicieuze cirkel die heel moeilijk te doorbreken is als we er niet bewust mee omgaan.
Maar als wij ouders onze eigen oude en onbewuste pijnen een plekje geven dan worden we minder vaak getriggerd en kunnen we gemakkelijker in rust blijven. Vanuit rust kunnen we de signalen van onze kinderen beter vertalen en dus ook gemakkelijker reageren op de onderliggende nood. Dan kan je dus gaan opvoeden vanuit een verbinding met je kind. Je hoort en ziet elkaar echt en dat werkt in twee richtingen.
Zo creëer je een sfeer van veiligheid in je gezin, zodat de angst die we misschien nog onbewust in ons systeem hebben niet meer doorgegeven wordt aan volgende generaties kinderen door een opvoeding gericht op zelfstandigheid en ´flink zijn´. Er komt dan onvoorwaardelijkheid in je relatie. Want ook al voel je die onvoorwaardelijke liefde voor je kinderen, als er voorwaarden hangen aan liefdevolle aandacht, zoals zich flink gedragen, dan voelen jouw kinderen dit niet. En ik geloof met heel mijn hart in volgende uitspraak: ´Hoe minder liefdevol een kind vraagt om aandacht, hoe meer liefdevolle aandacht het op dat moment nodig heeft´.
De huidige Coronacrisis werd al meermaals vergeleken met de oorlogen. Tot grote verontwaardiging van veel mensen. Maar als ik kijk naar hoe angst alom tegenwoordig is in onze omgeving, dan snap ik die vergelijking wel. Deze angstsfeer maakt me bezorgd om de toekomst van onze kinderen en hun kinderen. Want net nu we in een andere stroming begonnen te geraken en terug meer verbinding vonden in de opvoeding, dreigt dit weer in het gedrang te komen omdat we ook nu geconfronteerd worden met angst voor de dood.
Daarom blijf ik ijveren voor het telkens weer opzoeken van die verbinding met onze kinderen, hoe moeilijk ook. Zodat zij, ondanks de situatie waar we in zitten, toch kunnen losbreken uit die vicieuze cirkel en blijvend in verbinding kunnen opgroeien en leven.